Aktuelles

De elektronische handtekening en het (nieuw) Belgisch bewijsrecht (deel 3)

Toepassing in het gemeen contractenrecht

Dit onderdeel bespreekt het gebruik van elektronische handtekeningen bij een aantal specifieke overeenkomsten. Hierbij wordt gekeken naar welke elektronische handtekening zou volstaan voor de geldigheidsvereisten van de overeenkomst. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de overeenkomsten waarvoor een gewone elektronische handtekening volstaat, en deze die een gekwalificeerde elektronische handtekening vereisen.

 

  1. Gewone elektronische handtekening
    • Borgtocht

De borgtocht (art. 2011 oud BW e.v.) is een consensuele overeenkomst, waarvoor de wet geen bijzondere vormvereisten oplegt (i.e. geen vereiste van geschrift). Art. 2015 BW bepaalt louter dat de borgtocht uitdrukkelijk moet zijn aangegaan.

Voor de bewijsvoering van een eenzijdige borgtocht (waar slechts één partij verbintenissen draagt) is vereist dat de borgtocht de handtekening van de persoon bevat (i), alsmede de vermelding van de som in letters uitgedrukt voor welk bedrag de borg wordt gesteld (ii). Een specifieke formaliteit wat betreft de (elektronische) handtekening is niet vereist. Een onderhandse akte kan dus volstaan.

De rechtspraak vereist echter in veel gevallen om voor het bestaan van de borgtocht wel schriftelijk bewijs te vragen, om aan de strenge voorwaarden ondertekening te kunnen voldoen (M. DAMBRE, Handboek bijzondere overeenkomsten, Brugge, die Keure / la Charte, 2020, 593-618).

Gelet op het bovenstaande volgt dan ook dat een gewone elektronische handtekening in beginsel wel kan volstaan, doch met voorbehoud dat deze niet automatisch gelijkgesteld wordt met een handgeschreven handtekening en door de rechter soeverein zal beoordeeld worden.

  • Lastgeving

Ook een lastgevingsovereenkomst is een consensuele overeenkomst en onderworpen aan de gemeenrechtelijke bewijsregels. Bijgevolg moeten lastgever en lasthebber bij transacties die de waarde van 3.500 euro overschrijden zich, althans in burgerlijke zaken, conformeren aan artikel 8.9 BW.

Ter staving van het bestaan van de lastgevingsovereenkomst moet een geschrift worden voorgelegd. De concrete inhoud van het mandaat mag door de contractpartijen met alle middelen van recht worden bewezen (A.L. VERBEKE en B. TILLEMAN, Bijzondere overeenkomsten in kort bestek (negende herwerkte editie), Mortsel, Intersentia, 2020, 304).

Hieruit volgt dat een gewone elektronische handtekening in beginsel kan volstaan als bewijs van het bestaan van een lastgeving en de inhoud ervan, met het voorbehoud dat deze niet automatisch gelijkgesteld wordt met een handgeschreven handtekening en door de rechter soeverein beoordeeld wordt.

  • Huurovereenkomst voor roerende goederen

Huurovereenkomsten kunnen langs elektronische weg afgesloten worden, d.w.z. ondertekend worden met een digitale handtekening (R. TIMMERMANS, Inleiding tot het Vlaams Woninghuurdecreet in Recht en Praktijk, Mechelen, Wolters Kluwer, 2019, 37; J. MEERTS, “Algemene bepalingen” in Praktijkgids Huur, Mechelen, Wolters Kluwer, losbl., 2022, I.1-1 - I.1-18).

Voor de verhuur van roerende goederen, wordt niet wettelijk voorgeschreven of een geschrift al dan niet noodzakelijk is. Partijen kunnen bijgevolg het bestaan en de inhoud met alle middelen bewijzen.

Bijgevolg kan een gewone elektronische handtekening volstaan voor de geldigheid van de ondertekening, doch met inachtneming dat deze niet automatisch gelijkgesteld wordt met een handgeschreven handtekening en door de rechter soeverein beoordeeld wordt.

 

  1. Gekwalificeerde elektronische handtekening

Voor arbeidsovereenkomsten daarentegen geldt een specifieke vereiste van geschrift. Daarnaast bepaalt de Belgische wet arbeidsovereenkomsten, dat een arbeidsovereenkomst enkel door middel van een gekwalificeerde elektronische handtekening ondertekend kan worden.

Noch de werknemer, noch de werkgever, kunnen echter verplicht worden om de overeenkomst op elektronische wijze af te sluiten (artikel 3bis van de Arbeidsovereenkomstenwet ; K. DIEU en T. SMETS, “Een stand van zaken van de elektronische handtekening in het arbeidsrecht”, Oriëntatie 2021 Afl. 10, 299).

 

Conclusie

Uit het voorgaande volgt dat er in principe keuze is uit drie categorieën handtekeningen (gewone, geavanceerde of gekwalificeerde handtekening), waarvan enkel de gekwalificeerde handtekening automatisch gelijkgesteld wordt met een handgeschreven handtekening en een wettelijke bewijswaarde heeft.

De overige twee handtekeningen worden niet automatisch gelijkgesteld en worden soeverein door de rechter beoordeeld. Zij zullen wel dezelfde rechtsgevolgen krijgen als een geschreven of gekwalificeerde handtekening, indien de rechter ze als voldoende betrouwbaar beoordeelt.

Wel moet voor elk type overeenkomst worden geëvalueerd of er wettelijke vereisten voor ondertekening zijn. Hoger hebben wij uiteengezet dat voor de borgtocht, lastgeving, huurovereenkomsten een gewone elektronische handtekening kan volstaan, waar daarentegen voor arbeidsovereenkomsten een gekwalificeerde elektronische handtekening vereist is het bestaan en de inhoud van de overeenkomst te bewijzen

 

Ga terug