Aktuelles

De elektronische handtekening en het (nieuw) Belgisch bewijsrecht (deel 1)

De elektronische handtekening en het (nieuw) Belgisch bewijsrecht

Met de inwerkingtreding van het hervormde bewijsrecht op 1 november 2020, verankerde de Belgische wetgever tegelijk de elektronische handtekening conform eerder uitgegeven eIDAS-Verordening. Naar Belgisch recht dient er een onderscheid gemaakt te worden met betrekking tot de (rechts)geldigheid van een elektronische handtekening en de rechtsgevolgen die aan deze elektronische handtekening wordt toegekend.

In dit artikel wordt er kort besproken wat volgens de wet wordt verstaan onder elektronische handtekeningen en welke soorten hierbij kunnen worden onderscheiden.

In dit driedelige artikel wordt enerzijds de definiëring van de verschillende categorieën elektronische handtekeningen besproken, en anderzijds wat de bewijswaarde is per soort. Er wordt afgesloten met een korte uiteenzetting van welke gevolgen deze nieuwe bewijsregeling heeft voor het elektronische ondertekenen van overeenkomsten zoals lastgevingsovereenkomsten, huurovereenkomsten, arbeidsovereenkomsten en de borgtocht.

 

De elektronische handtekening

In dit onderdeel wordt aan de hand van artikel 3, 10° tot 3, 12° van de Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 (eIDAS-Verordening) beschreven welke categorieën van elektronische handtekening er in ons recht onderscheiden kunnen worden en wat deze elk precies inhouden.

 

  1. Drie categorieën elektronische handtekening:

De definitie van een elektronische handtekening wordt opgenomen in het nieuwe Burgerlijk Wetboek (8.1, 3° BW). De wetgever verwijst voor de definities naar  art. 3, 10° tot 3, 12° eIDAS-Verordening en onderscheidt met name de gewone elektronische handtekening (i), de geavanceerde elektronische handtekening (ii) en de gekwalificeerde elektronische handtekening (iii). Aan elk zijn verschillende rechtsgevolgen verbonden (artikelen 3.10 – 3.12 eIDAS-Verordening).

  • De gewone elektronische handtekening komt in essentie neer op elke techniek die toelaat om de auteur te identificeren (identificatiefunctie) en blijk geeft van de wilsuiting van een contractspartij (confirmatiefunctie).

Voorbeelden daarvan zijn: de gescande handtekening, handtekening met een pennetje op een touchscreen, herkenning van vingerafdrukken, betaling met bankkaart via een pincode en een login en wachtwoord voor toegang tot een website.

  • De geavanceerde elektronische handtekening is op unieke wijze verbonden aan de ondertekenaar (i), maakt het mogelijk de ondertekenaar te identificeren (ii), komt tot stand met gegevens voor het aanmaken van elektronische handtekeningen die de ondertekenaar, met een hoog vertrouwensniveau, onder zijn uitsluitende controle kan gebruiken (iii) en is op zodanige wijze aan de daarmee ondertekende gegevens verbonden, dat elke wijziging achteraf van de gegevens kan worden opgespoord (iv).

Voorbeelden daarvan zijn: e-mailauthenticatie, sms-authenticatie en IP-adressen.

  • De gekwalificeerde handtekening is een geavanceerde elektronische handtekening die is aangemaakt met een gekwalificeerd middel voor het aanmaken van elektronische handtekeningen en die gebaseerd is op een gekwalificeerd certificaat voor elektronische handtekeningen. Hiervoor is de tussenkomst vereist van een gekwalificeerde vertrouwensdienstverlener die het veilige handtekeningapparaat ter beschikking stelt met een gekwalificeerd certificaat.

Voorbeelden hiervan zijn: de eID- en Itsme-handtekening, DocuSign, etc.

Belangrijk om op te merken, is dat Belgisch recht geen onderscheid maakt betreffende de geldigheid van bovenstaande elektronische handtekening. De drie soorten elektronische handtekeningen zijn naar Belgisch recht allemaal principieel geldig. Meer nog, de Belgische wetgever heeft geen onderscheid gemaakt of een handtekening al dan niet met de hand of elektronisch wordt geplaatst (art. 8.1. 6° BW).

 

Ga terug